Malcolm McLaren, de voormalige manager van de punkgroep Sex Pistols is op 64-jarige leeftijd in New York aan kanker overleden. McLaren was getrouwd met modeontwerpster Vivienne Westwood. Ze hadden een zoon.
Johnny Rotten mag dan de blikvanger geweest zijn van de Sex Pistols, maar het zelfverklaarde genie achter Engelands beroemdste punkband was de gewiekste manager van de groep: Malcolm McLaren. Bandmanager werd hij in 1972, eerst van de Amerikaanse New York Dolls, die hij roodleren kostuums aanmat en de hamer en sikkel van de Sovjet Unie als beeldmerk liet voeren, en vanaf 1975 van het Londense The Strand, de latere Sex Pistols. Muziek en imago van de ‘Pistols’ sloegen in 1977 in als een bom na een door McLaren verzonnen promotiestunt: tijdens de zilveren jubileumweek van koningin Elizabeth speelde de groep zijn single God Save The Queen (‘the fascist regime/ she ain’t no human being’) vanaf een boot in de Theems, pal voor de parlementsgebouwen. McLaren werd gearresteerd en de single verboden, zoals gehoopt.
De band zou al in januari 1978 aan ruzies ten onder gaan. Vooral John Lydon (Johnny Rotten) beschuldigde McLaren van oplichting. De twee zouden elkaar nooit meer spreken. In de Sex Pistols-film The Great Rock & Roll Swindle (1980) presenteerde McLaren zich volgens velen schaamteloos als het brein achter de band.
In de documentaire The Filth And The Fury (2000) beweerden de bandleden jaren later dat McLaren lang niet zo belangrijk voor de Pistols was al hij zelf beweerde. Malcolm McLaren maakte na zijn Sex Pistols-tijd ook zelf muziek: hij bracht zestien albums uit, waarvan het eerste (Duck Rock uit 1983) het succesvolst was.
De controversiële manager werd niet gehinderd door bescheidenheid: ‘Op de een of andere manier ben ik permanently cool,’ zei hij in een tv-interview in 2006.
(bron: de Volkskrant)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten