dinsdag 24 juni 2008

Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van...?


Afgelopen vrijdagmiddag is Mariss Jansons opgenomen in het AMC met hartklachten. De avond ervoor had hij voor het eerst de Turangalîla symfonie van Messiaen met het Koninklijk Concertgebouworkest in Amsterdam gedirigeerd. Het concert zou vrijdag- en zaterdagavond worden herhaald.
De leiding van het orkest is meteen in actie gekomen om voor een vervangende dirigent te zoeken. En het is hen gelukt om binnen een paar uur een dirigent te vinden die bereid was om het concert voor zijn rekening te nemen. Theo Wolters heeft het Koninklijk Concertgebouworkest in deze tiendelige symfonie gedirigeerd zonder repetitie en met amper voorbereidingstijd - een ongelofelijke prestatie zou je bijna zeggen. Maar de vraag blijft moeten we - het publiek en de uitvoerenden - blij zijn met deze prestatie?
Voor wie heeft de leiding van het orkest op zo'n korte termijn voor een vervangende dirigent geregeld? Dat Theo Wolters, trompettist bij het Koninklijke Concertgebouworkest en ook dirigent,erg zijn best deed staat buiten kijf maar is zoiets een onmogelijk opgaaf. Voor mij in de zaal was deze ervaring in ieder geval van begin tot het einde tenenkrommend. Hoe kon het ook anders? Een (relatief) onervaren dirigent moest binnen een paar uur een uitvoering voorbereiden van een complexe symfonie van Messiaen zonder een keer te repeteren met het orkest. Wat doe je het orkest en de solisten aan? Jean Yves Thibaudet speelde de solo piano partij trouwens voortreffelijk. Maar hoe moest alles samenkomen in een coherente uitvoering? Een amorfe uitvoering zonder focus was het resultaat. Wat een vernedering voor alle uitvoerenden!
Had de leiding van het orkest iets anders verwacht? Een wonder misschien? Jan Willem Loot, de algemeen directeur van het orkest legde de ontstane situatie uit aan het publiek aan het begin van het concert. Hij wenste ons een "spannend...en eh.. een mooi concert". Spannend was het zeker. Als luisteraar zat ik voortdurend op het punt van mijn stoel. Helaas niet omdat de muziek zo spannend klonk maar met het idee dat de uitvoering op elk moment kon instorten.
Dankzij heroïsche prestaties van Thibaudet en de welwillendheid van de Wolters' collega's uit het orkest is dat gelukkig niet gebeurd. Maar dit is iets dat ik niet nog een keer wil meemaken.
Dames en heren van het Koninklijke Concertgebouworkest, als de dirigent een paar uren voor het concert ziek wordt laat alstublieft het concert niet doorgaan anders veroorzaakt u misschien hartklachten zowel bij de uitvoerenden als bij het publiek.
Ik wens Mariss Jansons een spoedig herstel.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Wolters, Theo Wolters!

Ik begrijp niet dat de heer of mevrouw ‘Stadsbibliotheek Haarlem en Heemstede’ (opmerkelijk pseudoniem overigens…, of zou het de heer Borthwick zijn?) klaarblijkelijk niet in staat is geweest de puntjes in de titel van het door hem geschreven stukje naar aanleiding van de uitvoering van de Turangalila-Symfonie van Olivier Messiaen door het Koninklijk Concertgebouworkest (KCO) op 20 juni 2008 in te vullen. Ik begrijp dit niet gezien het feit dat de schrijver enkele zinnen later wel in staat is de dirigent van dit concert te benoemen. Niets anders dan een tendentieuze titel, dunkt mij. Een titel in de trant van ‘who the hell is….’? In dit geval Theo Wolters.

Het is duidelijk: Wolters is geen bekende topdirigent en Mariss Jansons wel (ik laat zijn palmares hier achterwege). Wolters is jarenlang trompettist geweest van het KCO en heeft zich daarnaast verder bekwaamd als dirigent bij met name orkesten in Oost-Europa. Daarbij is hij, volgens zijn website, sinds 2004 assistent- dirigent van Mariss Jansons. Het feit dat Jansons die avond niet zou dirigeren, betekent voor sommige, wellicht enigszins verwende, concertbezoekers bij voorbaat al een mislukte avond. Ik was teleurgesteld toen bleek dat Jansons die avond niet zou dirigeren. Na de spectaculaire uitvoeringen van de Turgangalila-Symfonie in 1992 door het KCO o.l.v. Riccardo Chailly, was - en ben - ik bijzonder benieuwd naar Jansons’ interpretatie van dit unieke werk. Een gemiste kans. Toch had ik waardering voor de keuze van het KCO. Het afblazen van een concert bij ziekte van de dirigent, zoals ‘Stadsbibliotheek Haarlem en Heemstede’ (‘Stadsbibliotheek’) voorstelt is wel heel makkelijk. Te makkelijk naar mijn idee. Gezien de voorbereidingen door alle betrokken partijen voor de uitvoering van deze complexe symfonie, valt het juist te waarderen dat het KCO een (op papier wellicht) gedurfde keus durft te maken. Hierdoor werden de concertgangers (zij die zich wellicht minder laten leiden door Grote Namen) in staat gesteld de uitvoering van een bijzonder werk als de Turangalila-Symfonie bij te wonen. The show must go on. Overigens was die keuze misschien niet eens zo gedurfd. Het KCO zal niet lang hebben gezocht naar een vervanger, aangezien Wolters – zoals door Jan Willem Loot werd aangekondigd - vanaf het begin als assistent van Jansons bij de repetities betrokken is geweest. Dit feit moet voor het KCO cruciaal zijn geweest. Bijzonder jammer dat Stadsbibliotheek hier aan voorbijgaat. En nee, het KCO zal zeker geen wonder hebben verwacht (dit was gezien de uitvoering ook zeker niet nodig), maar het zal zeker haar keuze weloverwogen, ‘risk-based’ en in overleg met Jansons (voor sommigen niet onbelangrijk!) hebben gemaakt.

Stadsbibliotheek vraagt zich af of ‘we – het publiek en de uitvoerenden – blij moeten zijn met deze prestatie?’ Naar mijn idee moeten ‘we’ helemaal niets. Waarom vraagt Stadsbibliotheek zich dit af? Het is immers duidelijk dat Stadsbibliotheek zelf bepaald niet ‘blij’ was met ‘deze prestatie’. Sterker nog, bij herhaling worden hartklachten (bij uitvoerenden en publiek) niet uitgesloten. Anderzijds zal het Stadsbibliotheek (tenzij de zaal vroegtijdig verlaten) niet ontgaan zijn dat het juist publiek en uitvoerenden waren die na afloop van het concert bijzonder enthousiast en soms uitzinnig reageerden. Een voor de dirigent applaudiserend KCO zie je niet elke dag. Fair enough, het betrof een oud-collega. Een oud-collega die bereid was risico’s te nemen en er in is geslaagd op een integere wijze een uiterst complex muziekstuk in goede banen te leiden. Gezien alle lofuitingen na afloop: Stadsbibliotheek, dit was zeker geen ‘vernedering voor alle uitvoerenden’. Teleurstelling, okay. Niet wat je er van gehoopt had, akkoord. Geen Chailly, inderdaad. Jansons? We weten het (nog) niet. Maar vernedering, ondanks dat de dirigent ‘erg zijn best deed’? Stadsbibliotheek, bijzonder jammer van dit gebrek aan nuance.

Stadsbibliotheek, u spreekt over ‘solisten’, maar u noemt er maar één bij naam: Jean-Yves Thibaudet (toevallig een Grote Naam). Voor de volledigheid vermeld ik de naam van de andere soliste: Cynthia Millar. Zij speelt ondes martenot.

Over invallende dirigenten en kansen gesproken, wie viel er op het laatste moment ook weer in voor Walter in 1943 en voor Guilini in 1957 en voor Chailly in 1995? Je weet maar nooit…


Maurice Blom
Haarlem

Bridging the Divide zei

Ik ben vergeten mijn initialen onderaan te plaatsen, mijn excuses hiervoor. Het stuk was van mij, Ian Borthwick, en niet een tekst van de Stadsbibliotheek Haarlem.
Eerst de titel - ik vroeg me af wie de leiding had bij de beslissing om een vervangende dirigent in te zetten op zo'n korte termijn.
Ik vond het een prestatie van Theo Wolters om deze symfonie op deze manier uit te voeren. Dat heb ik ook geschreven. Maar ik zet mijn vraagtekens bij de beslissing om het concert te laten doorgaan.
Must the show go on? Waarom eigenlijk? Ik vroeg me inderdaad af in hoeverre het KCO hun keuze weloverwogen hadden gemaakt.
Ondanks mijn kritiek en de, mijns inziens, teleurstellende resulaten was het wel een gedurfde uitvoering.
Zie ook de reactie van de Los Angeles times via deze link.

http://mobile.latimes.com/detail.jsp?key=166893&rc=mu&full=1